Vragen over Beleggingen
Wat houdt de effectentaks 2.0 in?
De wet van 17 februari 2021 voert een nieuwe jaarlijkse taks op de effectenrekeningen in, de zogenaamde effectentaks 2.0, die op 26 februari 2021 in werking is getreden. Effectenrekeningen met een (gemiddelde) waarde van meer dan € 1.000.000 zullen worden onderworpen aan een taks van 0,15%. De nieuwe effectentaks 2.0 vervangt de “effectentaks 1.0”, die op 17 oktober 2019 werd vernietigd door het Grondwettelijk Hof. De nieuwe effectentaks zou naar schatting jaarlijks 420 miljoen euro moeten opbrengen.
Het wordt mij moeilijker gemaakt, zoniet onmogelijk, om nog in Amerikaanse ETF's te beleggen. Is hier een oplossing voor?
Onder MiFID 2 hebt u als Europese belegger alleen toegang tot Europese beleggingsfondsen en Europese ETF’s. Maar hier zitten goede alternatieven tussen!
Voor meer info lees hier.
Wat is de taks op beursverrichtingen (beurstaks) en hoeveel bedraagt die?
De TOB, oftewel de ‘taks op beursverrichtingen’, ook wel ‘beurstaks’ genoemd, is een taks die u als belegger in heel veel gevallen moet betalen als u een aandeel, een obligatie, een certificaat, een gereglementeerde vastgoedvennootschap, een beleggingsfonds, een beursgenoteerd fonds (zoals een tracker) en noem maar op koopt én verkoopt. Of u nu winst of verlies hebt gemaakt, speelt daarbij geen enkele rol. Voor de tarieven klik hier.
De fiscaliteit m.b.t. trackers is echter bijzonder complex en niet alle brokers, beursvennootschappen en banken interpreteren die op dezelfde manier. Dit geeft vaak aanleidig tot een foute aanrekening van de beurstaks.
1,32% of 0,12% beurstaks op kapitalisatie ETF's?
Zoals steeds in België als het om belastingen belastingen gaat, is die beurstaks een complexe zaak. V
Hoe kan ik genieten van het loyaliteitsdividend?
Hoe je kan genieten van het loyaliteitsdividend, dus een 10% hoger dividend, als trouwe aandeelhouder tonen we aan op basis van de info op de website van Engie.
Hoe kan ik de roerende voorheffng op buitenlandse dividenden verminderen?
Je kan de dubbele roerende voorheffing op buitenlandse dividenden verminderen door een aantal formaliteiten te vervullen. Hoe je dat doet, lees je in een beknopte toelichting. Kik hier voor deze beknopte toelichting.
Hoe kan ik gebruik maken van de FBB om de roerende voorheffing op Franse dividenden te verminderen?
In een antwoord op een parlementaire vraag liet de Minister van Financiën verstaan dat de belastingdienst zich zal schikken naar de rechtspraak van het Hof (zie later).
In principe zouden de Franse dividenden dus als volgt worden belast: een Franse bronheffing van 12,80% en een Belgische roerende voorheffing van 15% namelijk 30% verminderd met 15%, op basis van de forfaitaire buitenlandse belasting voorzien door het Frans-Belgisch dubbelbelastingverdrag.
Vanaf het inkomstenjaar 2020 kan je (proberen) het recht op de verrekening van de forfaitaire buitenlandse belasting aan te vragen via uw aangifte van de personenbelasting. Daartoe zullen de via de Belgische financiële instelling netto ontvangen Franse dividenden moeten worden aangegeven in code 1160-04 / 2160-04 (Vak VII, rubriek A). Met netto wordt bedoeld na afhouding Belgische en Franse roerende voorheffing.
Mocht uitzonderlijk op de Franse dividenden geen Belgische roerende voorheffing zijn ingehouden (doordat zij niet werden geïnd via een in België gevestigde financiële instelling), dan moeten de ontvangen Franse dividenden (in dat geval: het brutobedrag, verminderd met de ingehouden Franse voorheffing) worden aangegeven in Vak VII, rubriek 2,b, 1), code 1444/2444.
Het is vervolgens noodzakelijk om in vak VII, rubriek F het land (Frankrijk), de code (1160-04 / 2160-04) (of uitzonderlijk: 1444/2444), en het bedrag van de aangegeven dividenden en de aard van de inkomsten (dividenden) te vermelden. Dus in geval van 1160/2160 het bedrag na afhouding Franse en Belgische roerende voorheffing. Voor code 1444 (uitzonderlijk) na afhouding Franse roerende voorheffing.
Samengevat:
Bij faculatief aan te geven dividenden (code 1160) is dus aan te geven : werkelijk verkregen bedrag = bruto min Franse bronheffing en min ingehouden Belgische roerende voorheffing.
Bij verplicht aan te geven dividenden (code 1444) is dus aan te geven :werkelijk verkregen bedrag = bruto min Franse bronheffing. Hier is geen sprake van ingehouden roerende voorheffing.
Kiezen tussen belastingvrijstelling 800 euro en toepassing FBB
Als je minder dan 800 euro aan dividenden hebt ontvangen, geef je best eerst de voorkeur aan de vrijstelling van RV op dividenden tot 800 euro (833 dividenden ontvangen in 2024; 859 dividenden ontvangen in 2025). Je bespaart dan immers 30% (of 240 euro, geindexeerd 249,9 en 257,7 euro) en dat is meer dan de toepassing van de FBB (15%). Heb je andere (dan Franse) buitenlandse dividenden, gebruik die dan eerst om de 800 euro (833 en 859) op de vullen. Vul daarna aan met de Franse tot 800 euro (833 en 859). Als er dan nog Franse dividenden resten, kan je hiervoor de FBB toepassen.
Het nieuwe dubbelbelastingverdrag België-Frankrijk (dat zo’n recuperatie onmogelijk zal maken) slechts ten vroegste in werking zal treden vanaf 1/1/2026.
Terugvordering dubbele roerende voorheffing op Duitse aandelen
Vraag lid:
Ieder jaar vraag ik via een schrijven naar de "Bundeszentralambt fur Steuern" een terugvordering van dubbel betaalde belastingen (1x in Duitsland en 1x België) op dividend van Duitse aandelen (voornamelijk BASF).
Ondanks de omslachtige procedure was het mij de voorbije jaren steeds gelukt om een deel terug te krijgen.
Dit jaar kreeg ik een brief die voor mij niet heel duidelijk is. Ik heb de indruk dat ik geen terugvordering mag verwachten.
Vandaar mijn vraag of u weet wat ze bedoelen in de brief of dat er iemand is die mij hiermee kan helpen ?
Antwoord VFB:
VFB won wat dit betreft advies in bij een advocaat. Hierna zijn antwoord:
Wat betreft uw vraag omtrent de “dubbele bronheffing belasting Duitsland - dividend aandelen” kunnen wij u verzekeren dat u zult blijven profiteren van de belastingvermindering en belastingteruggave voor uw aandelen in BASF.
Elk jaar hoefde u uw recht op terugbetaling alleen te doen gelden door een attest voor te leggen dat aan u werd afgegeven door de vennootschap waarin u de aandelen bezit. Dit certificaat werd vervolgens aan de Duitse belastingautoriteiten toegezonden.
Ingevolge een wijziging in de desbetreffende Duitse belastingwetgeving eisen de Duitse belastingautoriteiten nu echter dat het certificaat wordt afgegeven door één van de drie erkende instanties:

Met andere woorden, het is de financiële instantie die u het dividend heeft uitbetaald die u voornoemd attest dient te bezorgen waaruit het volgende blijkt:
- het bedrag van het dividend;
- de eigenlijke uitbetaling van dit dividend; en
- het bewijs van de inhouding van het dividend.
Voor de goede orde achten wij het nuttig dat u de brief van de Duitse autoriteiten voegt bij de brief die u aan de financiële instantie zal uitsturen.
Zodra u dit certificaat hebt ontvangen, kunt u het rechtstreeks opsturen naar de Duitse ambtenaar die uw dossier behandelt, namelijk mevrouw Judith Commercon.
Wellicht is het aangewezen een kort uitstel te vragen aan de Duitse belastingautoriteiten om aan de formaliteiten te kunnen voldoen.
Indien uw nog vragen heeft of wij u nog kunnen assisteren t.a.v. de Duitse fiscus aarzel niet contact met ons te nemen.

Hoe moet ik de marktindicator van Etienne Verhelle interpreteren
Hoe je de marktindicator van Etienne Verhelle moet interpreteren lees je hier.
Hoe kan ik de berichten over de stand van de marktindicator onmiddellijk in mijn mailbox krijgen?
Kik bovenaan in de menubalk op 'Mijn profiel'. Op de pagina die dan verschijnt klik je op 'Account en voorkeuren beheren'. Vervolgens klik je op 'Klik hier om bedrijven en onderwerpen te volgen'. In de lijst die dan verschijnt, kan je links naast de naam van het bedrijf '(of Marktindicator Etienne Verhelle) op de groene button 'Volgen' klikken.
Hoe kan ik genieten van de vrijstelling van de roerende voorheffing op aandelen?
De dividenden die je ontvangt, zijn voor 833 euro (inkomstenjaar 2024 = dividenden die in 2024 werden uitbetaald, aanslagjaar 2025 = aan te geven jaar) vrijgesteld van roerende voorheffing. Je geniet aldus een voordeel van 249,9 euro (30% RV). Je moet hiervoor wel zelf actie ondernemen. Het voordeel (maximum 249,9 euro) moet je aangeven in je belastingaangifte onder de codes 1437 en 2437. De vrijstelling geldt per belastingplichtige (dus voor jezelf en je partner). Samen dus 499,8 euro.
Kan ik de effectentaks van voor de periode tot eind september 2019 terugvorderen?
Zoals je ondertussen wel weet, heeft Het Grondwettelijk Hof heeft in een arrest van 17/10/2019 de wet inzake de taks op effectenrekeningen volledig vernietigd. Het Hof kwam op basis van verschillende elementen tot de conclusie dat deze wet, die op 10/03/2018 in werking trad, ongrondwettelijk is.
Hoewel de effectentaks ongrondwettelijk is, besliste het Hof evenwel, en dit vooral om budgettaire redenen, dat het arrest geen retroactieve werking heeft en dat de gevolgen van de taks blijven bestaan voor het verleden. De vernietiging geldt enkel voor de toekomst.
Na de vernietiging van deze taks door het Grondwettelijk Hof op 17 oktober 2019, diende je in 2020 nog steeds de taks op de effectenrekeningen voor de periode tot eind september 2019 aangeven.
Kan er nog actie ondernomen worden tegen het arrest van het Grondwettelijk Hof?
Een beroep tegen een arrest van het Grondwettelijk Hof is niet mogelijk. Sommige partijen bekijken wel of het mogelijk is om op basis van Europees en internationaal recht verdere actie te ondernemen. Dit vrezen evenwel dat dit een lange procedurestrijd zou kunnen worden. We houden je wel verder op de hoogte.
Hoe te veel betaalde effectentaks terugvorderen?
Heeft u een effectenportefeuille met een gemiddelde belastbare waarde van meer dan 1 miljoen euro? Dan werd eind 2021 de effectentaks ingehouden en doorgestort die u verschuldigd was voor de eerste referentieperiode, die liep van 26 februari 2021 tot en met 30 september 2021. De tweede referentieperiode startte op 1 oktober 2021 en zal eindigen op 30 september 2022. Wanneer een effectenrekening tussentijds wordt afgesloten, eindigt de referentieperiode op dat ogenblik. Het systeem van de inhouding kan ertoe leiden dat er in bepaalde situaties te veel taks wordt ingehouden. Hieronder wordt uitgelegd hoe u te veel betaalde taks kan terugvragen.
Een voorbeeld
Joris heeft al jarenlang een effectenrekening bij bank X. Op 31 december 2021 bedroeg de waarde van de belastbare financiële instrumenten op die rekening 1,5 miljoen euro. Op 1 februari 2022 opende hij een effectenrekening bij bank Y. In de loop van februari transfereerde hij de effecten op de rekening bij bank X naar de nieuwe rekening bij bank Y en op 28 februari 2022 sloot hij de effectenrekening bij bank X af. Zowel bij bank X als bij bank Y zal er een berekening voor de effectentaks moeten gebeuren.
Bank X: bijzondere referentieperiode 01.10.2021 - 28.02.2022
De afsluiting van de rekening bij bank X gaf aanleiding tot de beëindiging van een bijzondere referentieperiode die liep van 1 oktober 2021 tot 28 februari (de datum van afsluiting), met één referentiepunt, zijnde 31 december 2021.
• referentiepunt 31 december 2021: 1.500.000 euro
• verschuldigde taks: 2.250 euro (1.500.000 euro x 0,15 %)
Bank X zal voor die bijzondere referentieperiode 2.250 euro effectentaks moeten inhouden en doorstorten aan de fiscus.
Bank Y: gewone referentieperiode 01.02.2022 - 30.09.2022
Bij bank Y zal er sprake zijn van een gewone referentieperiode die start bij de opening van de rekening op 1 februari 2022 en die eindigt op 30 september 2022, met drie referentiepunten, namelijk op 31 maart, 30 juni en 30 september. De waarde van de portefeuille op elk van die referentiepunten zal meegenomen worden in de berekening. Bij bank Y zal er eind 2022 ook een inhouding en doorstorting van effectentaks gebeuren.
• referentiepunt 31 maart 2022: 1.450.000 euro
• referentiepunt 30 juni 2022: 1.550.000 euro
• referentiepunt 30 september 2022: 1.600.000 euro
• verschuldigde taks: 2.300 euro (4.600.000 euro/3 x 0,15 %)
Bank Y zal voor deze periode 2.300 euro effectentaks moeten inhouden en doorstorten aan de fiscus.
Joris betaalt voor deze periode dus opnieuw effectentaks over dezelfde effecten. Dat geeft aanleiding tot dubbele belasting. Joris wil die te veel betaalde taks terugvorderen bij de fiscus. Hoe moet hij dat aanpakken?
Hoe terugvragen?
Wanneer men meer taks betaald heeft dan wettelijk verschuldigd is, kan men een vraag tot teruggave indienen bij de fiscus om de te veel betaalde belasting terug te vragen.
Wie moet ondertekenen?
De vraag tot teruggave moet ondertekend worden door de titularis van de rekening. Wanneer de rekening wordt aangehouden door meerdere titularissen, zal elk van hen de vraag moeten ondertekenen.
Waar indienen?
De vraag tot teruggave van de taks moet verstuurd worden naar het volgende adres:
Voor Nederlandstalige dossiers:
FOD Financiën – Algemene Administratie van
de Inning en Invordering
Inningscentrum Diverse taksen
Gaston Crommenlaan 6 bus 291
9050 Ledeberg
Voor dossiers in het Frans of het Duits:
SPF Finances – Administration générale Perception
et du Recouvrement
Service des Taxes Diverses
Avenue du Prince de Liège 133 boîte 291
5100 Jambes
Model?
Een model van vraag tot teruggave kan worden verkregen bij hetzelfde kantoor. Recente navraag leerde ons dat er op heden nog geen model beschikbaar is.
Toe te voegen bewijsdocumenten?
Bij de vraag tot teruggave moeten verantwoordingsstukken worden gevoegd die de oorzaak van de
teruggave aantonen. In het voorbeeld hierboven kan men bijvoorbeeld denken aan de overzichten m.b.t. de afrekening van de taks die men ontvangt van beide banken, alsook de rekeninguittreksels en de inventarissen die aantonen dat het inderdaad gaat om dezelfde portefeuille.
Termijn?
De vraag tot teruggave moet uiterlijk de laatste werkdag van het jaar volgend op het jaar waarin de referentieperiode een einde neemt, worden ingediend. Die termijn kan bovendien niet langer zijn dan twee jaar te rekenen van de dag waarop de taks opeisbaar is geworden. Wanneer de referentieperiode bijvoorbeeld eindigde op 30 september 2022, zal er tijd zijn tot 31 december 2023 om een vraag tot teruggave in te dienen.
Waar kan ik terecht met verdere vragen?
Met concrete vragen over een teruggaveprocedure kan u contact opnemen met de FOD Financiën via
CPIC.TAXDIV@minfin.fed.be.
Als u vragen heeft over uw overzicht effectentaks of over de toepassing van de effectentaks, kan u uiteraard steeds contact opnemen met uw beheerder of contactpersoon of met de juridische dienst op het nummer +32 3 241 09 99 (Dierickx Leys Private Bank).
Roerende voorheffing bij afsplitsingen
Het wetsvoorstel dat komaf maakt met de roerende voorheffing van 30% op bepaalde herstructureringsverrichtingen van beursgenoteerde vennootschappen werd goedgekeurd in april 2019. Er restte enkel nog de publicatie in het Belgisch Staatsblad alvorens de afschaffing (retroactief vanaf begin 2019) kon ingaan. En deze wet werd op 6 mei 2019 inderdaad 2019 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Meer info hierover kunt u terugvinden in de circulaire 2020/C/55 betreffende de vrijstelling van de roerende voorheffing die van toepassing is op uitgekeerde dividenden in het kader van bepaalde herstructureringsverrichtingen van beursgenoteerde vennootschappen op www.fisconetplus.be,
zie https://eservices.minfin.fgov.be/myminfin-web/pages/fisconet#!/document/28a86da6-b56f-4f10-b9e3-
We hebben dit dossier al dikwijls aangekaart en de wijzigingen die de voorbije jaren werden doorgevoerd zijn verre van afdoende en de onzekerheid blijft bestaan.
Na juridisch advies kunnen we het volgende meedelen:
I. Principe
- Volgens artikel 18, lid 1, 2ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (WIB):
Alle dividenden die een belastingplichtige ontvangt ten gevolge van een fusie/overname tussen twee vennootschappen, buitenlandse of Belgische, zijn onderworpen aan 30% roerende voorheffing. Het is de bank (d.w.z. de tussenpersoon) die verplicht is deze belasting in te houden en aan de belastingdienst te betalen.
II. Uitzonderingen:
De transactie is echter vrijgesteld op grond van artikel 211 WIB 1992. Deze vrijstelling is bedoeld om de operatie te neutraliseren. Dat wil zeggen dat de wetgever de onderneming die de andere onderneming overneemt of afsplitst niet wil penaliseren (om de continuïteit van de onderneming te waarborgen zonder grote fiscale gevolgen). Bijgevolg zullen ook de aandeelhouders niet worden belast.
Deze vrijstelling is van toepassing indien en slechts indien:
- de verwervende of begunstigde vennootschap een ingezeten vennootschap (Belgische) of een intra-EU-vennootschap (binnen de Europese Unie) is (de definitie van een intra-Europese vennootschap is vervat in artikel 2 van de WIB/92).
Is dat niet het geval dan zal er belast worden.
III. En als de verwervende vennootschap een Belgische dochteronderneming of Europese dochtervennootschap heeft?
Dan kan de aandeelhouder zich alsnog beroepen op de vrijstelling op grond van artikel 211 WIB/92.
Bovendien kan de aandeelhouder, indien hij kan bewijzen dat zijn dividenden ook in het buitenland zijn belast, een beroep doen op ambtshalve vermindering op grond van artikel 376 WIB (d.w.z. de volledige of gedeeltelijke terugbetaling vragen van de ten onrechte (een tweede maal) in België betaalde bronbelasting. Wettelijke termijn: 5 jaar.