Waarin wel en vooral niet te beleggen

Wat doe je als je zelf gebeten bent door de beleggersmicrobe maar je nazaten vooralsnog niet dezelfde interesse delen, en al zeker niet met dezelfde passie. Wel, Alexander Haezebrouck heeft een buy & hold-portefeuille opgebouwd om na te laten aan zijn zonen, maar schreef er ook een uitgebreide handleiding bij. Daarmee wekte hij de nieuwsgierigheid van VFB. We vroegen en kregen een inkijk in dit werkstuk. “Als slimme doe-hetzelf-belegger is het belangrijk om mogelijke verliezen of slechte rendementen op lange termijn vanaf aanvang te vermijden en te proberen geen fouten te maken”, schrijft de vader aan zijn zonen. Vervolgens legt hij helder uit waarin wel en niet te beleggen. Wat volgt is een ingekorte versie daarvan. 

Waarin de slimme langetermijnbelegger niet belegt (of waarvoor hij moet opletten)

 

  • EUROPESE BANKEN

 

De banken zijn geen goede lange termijn beleggingen om volgende redenen:

- Hun kapitaalbasis is klein ten opzicht ven de totale balans.

- Het actief deel van hun balans zijn beleggingen zoals staatsobligaties en verstrekte

kredieten. Het passief deel van hun balans bestaat voor het overgrote deel uit vreemd vermogen

zoals spaargelden en leningen bij ander banken. Het is geld tegen geld.

- Als 10% van hun actiefposten in waarde dalen, bijvoorbeeld obligaties op lange termijn die dalen wegens een rentestijging, is hun kapitaalbasis al verdwenen.

- Is er een mismatch tussen de duurtijd van de actiefposten en passiefposten dan loopt

het fout. In nood moeten banken hun actiefposten verkopen met verlies, zoals recent SVB Bank.

- Als klanten en investeerders hun vertrouwen verliezen in een bank volgt een bankrun, zoals recent  bij Credit Suisse. Iedereen wil dan zijn geld terug en dan is het vlug gedaan met de bank.

- De meeste banken zijn nogal met elkaar verbonden via onderlinge kredieten. De ene bank kan dus de andere besmetten.

- Veel banken nemen grote risico’s met bijvoorbeeld ingewikkelde derivaten.

- Hun verdienmodel: geld verdienen met andermans geld.

- Buiten enkele uitzonderingen zitten de beste managers niet bij banken .

"Behalve uitzonderingen zitten de beste managers niet bij de banken."

Banken zoals ING, Société génerale, Deutsche bank, Santander, HSBC hebben een sterk negatief beursrendement sedert 2000. De huidige koers van KBC is ongeveer dezelfde als in april 1998.

En Credit Suisse, 68,34 Zwitserse frank in 2000, was bij de overname door UBS nog 0,86 frank waard.

 

2) BEDRIJVEN WAARIN DE OVERHEID EEN GROOT AANDEEL HEEFT

Overheidsbedrijven worden meestal niet gerund zoals het hoort. De politiek moeit zich en de vakbonden hebben er teveel macht. En zoals iedereen weet: politici zijn geen ondernemers. Mochten ze ondernemingen besturen zoals hun begroting, dan…

 

3) KAPITAALINTENSIEVE BEDRIJVEN

Dit soort bedrijven vergen voortdurend veel kapitaal en investeringen, veelal gefinancierd met

schulden, en het rendement hierop is dikwijls negatief of pover, ook door de vele

(buitenlandse) concurrentie. Het gaat bijvoorbeeld om de staalindustrie, autobouwers, rederijen of vliegtuigmaatschappijen.

"Schaarse goederen behouden altijd hun waarde. "

4) ONDERNEMINGEN MET EEN ENKELE ACTIVITEIT

 Ondernemingen die slechts inkomsten ontvangen uit één product of dienst zijn risicovol.

Er kan iets fout lopen met dit ene product of dienst. Denk bijvoorbeeld aan Biocartis en de vele mislukte biotechbedrijven. Indien succesvol komt er bovendien zeker concurrentie.

 

5) GRONDSTOFFEN

 Grondstoffen hebben maar waarde voor hetgeen ze kunnen gebruikt worden en het gebruik

hiervan wisselt nogal in de loop der tijden. Er worden vlug alternatieven ontwikkeld met eventueel andere grondstoffen. Schaarste kan ook veranderen indien er nieuwe ontdekkingen worden gedaan.

De prijzen van grondstoffen fluctueren sterk en volgen frequent hypes. Er is ook veel speculatie en manipulatie door ‘traders’. Beleggen in grondstoffen of mijnbouw is met andere woorden niet echt geschikt voor de lange termijn belegger.

 

6) VASTRENDENDE PRODUCTEN

Er is veel onwetendheid bij het grote publiek. Die achten obligaties veilig en met een gegarandeerde rente of inkomen. Niets is minder waar. Met een obligatie of spaarrekening geeft u uw geld af aan iemand anders die meent hiermee iets te kunnen bereiken en met de hoop uw geld op de eindvervaldag terug te kunnen betalen. Maar zal u uw geld terugkrijgen? De waarde is in elk geval onderhevig aan de evolutie van intrestvoeten en inflatie. Het is beter uw geld bij u te houden en er zelf de vruchten van te plukken.

7) FONDSEN VAN BANKEN EN VERMOGENSBEHEERERS

Banken verkopen hun huisfondsen zogenaamd om hun klanten een beter rendement te geven
dan op spaarrekeningen, maar ze doen dit vooral om zelf winst te maken. Ze rekenen éénmalige in- en uitstapkosten, taksen en jaarlijkse beheerskosten aan. De kosten van de banken zijn aldus veel hoger dan deze van de holdings of ETF’s. Juiste info vinden over het reëel rendement van huisfondsen is bovendien soms moeilijk.

8) NIEUWKOMERS OP DE BEURS
Als de bestaande aandeelhouders hun aandelen naar de beurs brengen dan willen ze het
onderste uit de kan. Dus, ze schonen hun balans op, gaan naar de beurs als het
beurssentiment positief is en er veel kans is dat de koers aan de (zeer) hoge kant is.
Hierop inschrijven is riskant. Van de nieuwkomers in de VS in 2022 heeft de helft een negatief rendement.


10) ONDERNEMINGEN DIE HUN INTRINSIEKE WAARDE ONVOLDOENDE VERHOGEN
Op de lange termijn volgt de beurskoers steeds de evolutie van de intrinsieke waarde van een
bedrijf. De slimme langetermijnbelegger volgt historisch de evolutie van de intrinsieke waarden. Bij een bedrijf met een stabiel management mag men enigszins veronderstellen dat dit zich verder zet in de toekomst, alhoewel dit uiteraard geen volledige zekerheid is. Het is de zaak in een Excel de intrinsieke waarden jaar na jaar op te volgen en enkel te beleggen in ondernemingen die hun intrinsieke waarden doen groeien.

"Met een tiental goede holdings gespreid over verschillende sectoren en regio’s bent u meer dan OK. "

Waarin de slimme langetermijnbelegger wel belegt.

1) SCHAARSE ACTIVA
Schaarse goederen behouden altijd hun waarde. Gronden bijvoorbeeld kunnen niet bijgemaakt worden. Huizen, geld en grondstoffen kunnen steeds gecreëerd of vervangen worden en zijn dus niet schaars. Een ander schaars goed zijn excellente bedrijven. Er zijn enorm veel beursgenoteerde ondernemingen wereldwijd maar ondernemingen die voldoen aan de vereisten van de slimme langetermijnbelegger zijn er eigenlijk niet zo veel.

 

2) BEDRIJVEN MET STABIELE INKOMSTEN EN GEEN OF WEINIG SCHULDEN.
De schuldenratio’s kan je gemakkelijk berekenen via de balans. De totale schulden zijn idealiter kleiner dan 50 % van het balanstotaal. Weinig of geen schulden hebben geeft de onderneming vrijheid en de mogelijkheid de cashflow volledig aan het werk te zetten ten voordele van de onderneming en de aandeelhouders. Veel schulden vormen een wurggreep. De schuldeisers belasten de onderneming dan met waarborgen, convenanten en intresten. Indien het wat slechter gaat kunnen de schuldeisers de onderneming overnemen en blijft de aandeelhouder achter met niets of peanuts. Denk aan Nyrstar bijvoorbeeld.

 

3) BEDRIJVEN WAARIN DE BESTUURDERS OOK AANDEELHOUDER ZIJN
Bij familiale beursgenoteerde bedrijven zijn de bestuurders ook deels eigenaar. Ze hebben er dan alle belang bij dat de onderneming excellent presteert. Deze bestuurders-eigenaars denken meestal ook op de heel lange termijn, waardoor ze gelijke belangen hebben als de langetermijnbelegger.


4) ONDERNEMINGEN DIE HUN INTRINSIEKE WAARDE STEEDS VERHOGEN

Zoals eerder al aangegeven volgt op lange termijn de beurskoers de intrinsieke waarde, uiteraard met de nodige schommelingen (onderwaardering en bovenwaardering). Het opvolgen van de evolutie van de intrinsieke waarde is een taak voor de
langetermijnbelegger.

"Beleggen in landen met een dictatuur is af te raden om ethische en economische redenen. "

5) EXCELLENTE HOLDINGS
Een holding bezit meerdere ondernemingen maar ook een onderneming met meerdere van
elkaar losstaande activiteiten kan aanzien worden als een holding. Iedere holding is op zichzelf een spreiding, zoals een fonds maar dan met veel lagere kosten en met een focus op meerwaarde halen voor zijn aandeelhouders op lange termijn.
Voor de langetermijnbeleggers zijn degelijk geleide holdings een zegen. Zij doen het werk voor u. Met een tiental goede holdings gespreid over verschillende sectoren en regio’s bent u meer dan OK. Door mijn jarenlange studie en opvolging hieromtrent verdienen volgende holdings of ondernemingen die kunnen aanzien worden als een holding een plaats in de portefeuille van de slimme langetermijnbelegger: Sofina, D’Ieteren, Floridienne, Brederode, LVMH, Investor, Indutrade, Alphabet, Berkshire Hathaway en Microsoft. Komen ook in aanmerking: Svolder, Bure, Latour, Lifco, Luxempart, Apollo (niet alleen beleggingen) , Scottisch Mortgage, 3i en KKR.


6) THEMATISCHE ETF’S

De langetermijnbelegger denkt na welke thema’s zullen scoren op de (heel) lange termijn en
kan hiervoor een passende ETF kopen. Zulke voorspellingen zijn niet eenvoudig en gezond verstand is hiervoor nodig. Ik onderscheid twee soorten thema’s: sectoren en regio’s

Algemene sectorthema’s zoals ESG , nieuwe energie, batterijen, elektrische voertuigen, klimaat of duurzaamheid zullen gemeengoed worden en alle ondernemingen zullen deze toepassen. De belegger zal hierin geen meerwaarde terugvinden. Beter is te denken aan bijzondere thema’s die bijzondere kennis en kunde vergen (denk aan schaarste), niet veel kapitaal vereisen en breed toepasbaar zijn zoals IT, AI, Semiconductors, Robotisering, Blockchain, MedTech….

U kan voorts beleggen in bepaalde beloftevolle regio’s. Beleggen in landen met een dictatuur is af te raden om ethische en economische redenen. Dictators zijn egoïsten, corrupt en denken enkel aan hun eigen macht. Er zijn veel onzekerheden en evoluties zijn onvoorspelbaar. Daarom, voor mij onder andere geen Rusland, China, Venezuela, Turkije of Afrika (behalve Zuid-Afrika). De VS
blijven het land bij uitstek voor de langetermijnbelegger. Ook Indië heeft veel troeven. Europa is al lang geen wereldmacht meer. Voor de langtermijnbelegger is Europa geen topregio.

Welke ETF’s: kapitaliserende, die effectief de aandelen kopen, voldoende groot zijn en van grote uitgevers, gedomicilieerd in Ierland of Luxemburg voor de lagere taksen.