Meerwaardetaks treft ook de kleine belegger

Bron: De Standaard - Johan Rasking

De beleggersfederatie VFB en Open VLD waarschuwen dat de meerwaardetaks ook de kleine belegger treft. Maar door elk jaar een stuk aandelen te verkopen om zo onder de drempel van 10.000 euro meerwaarde te blijven, kunnen veel beleggers de taks ontlopen.

De topministers van de federale regering-De Wever bereikten maandagmorgen, na een nachtelijke marathonvergadering, een compromis over de meerwaardebelasting. Wie meerwaarde boekt bij de verkoop van zijn financiële activa, zoals aandelen, zal 10 procent belasting op die meerwaarde betalen. Belangrijke ‘maar’: de eerste 10.000 euro meerwaarde wordt niet belast. De maatregel gaat in vanaf 1 januari 2026.

Van paniek bij beleggers is geen sprake, zegt Ben Granjé, ceo van de Vlaamse beleggersvereniging VFB. Wel is er “veel ongenoegen” over de “zoveelste taks op beleggen”, boven op bestaande taksen op beursverrichtingen en winsten uit obligatiefondsen. En “veel onzekerheid” over de administratieve rompslomp die erbij komt kijken. “België telt nu al een pak minder burgers die actief beleggen dan onze buurlanden. En nu gaan we met deze nieuwe taks het investeren van burgerkapitaal in bedrijven en economie nog wat meer ontmoedigen.”

Volgens de VFB riskeren beleggers “vrij snel” onder de meerwaardetaks te vallen. Granjé geeft een voorbeeld. “Wie een aandelenpakket koopt voor 10.000 euro en dat drie jaar later verkoopt als de waarde meer dan verdubbeld is – niet alledaags, maar ook niet ondenkbaar – komt mogelijk boven de vrijstelling uit en moet op de rest belastingen betalen.”

Maar ook regelmatige, kleine spaarders worden op langere termijn getroffen, klinkt het bij oppositiepartij Open VLD. Kamerlid Vincent Van Quickenborne geeft een voorbeeld: “Iemand die elke maand 200 euro spaart voor zijn dochter vanaf haar geboorte, zal op haar 20ste verjaardag een opgebouwd vermogen halen van 81.491 euro, met inflatie en rendement erbij. Dan moet die een meerwaardetaks betalen van 1.120 euro.”

Uitweg

Toch ligt voor heel wat (kleine en grote) beleggers een ontsnappingsroute klaar. Wie jaarlijks onder de drempel van 10.000 euro meerwaarde blijft, komt niet in aanraking met de taks. Expert Gert Bakelants (De Belegger) raadt aan om daar goed over te waken. Lees: elk jaar een deel aandelen verkopen met het oog op die drempel. “In principe mag een belegger zich niet door fiscaliteit laten leiden”, redeneert Bakelants. “Maar het zou gek zijn om die jaarlijkse vrijstelling te laten schieten.”

Bovendien kan wie aandelen met verlies heeft verkocht, dat verlies aftrekken van de meerwaarden. “Door verliezen in te brengen, wordt een grotere belastingvrije meerwaarde dan 10.000 euro mogelijk.”

En er is nog een belangrijkere uitweg: de meerwaardetaks geldt niet voor de ruim 4 miljoen Belgen die meerwaarden boeken uit pensioensparen en/of aanvullende pensioenen (zoals groepsverzekeringen).

Over de praktische haalbaarheid van de nieuwe belastingformule is het laatste woord nog niet gezegd. De bankenfederatie Febelfin schuwt de grote woorden niet. De taks valt “simpelweg niet te implementeren tegen de voorgestelde timing van 1 januari 2026”, luidt het. Volgens de banken staan ze voor een “vrijwel onmogelijke opdracht” om de complexe berekening, inning en doorstorting van de taks “precies en correct te laten verlopen”.